Kinderen, soms heb je hulp nodig

Kinderen zijn bij hun geboorte authentiek, ouders hebben de taak hen te begeleiden naar volwassen mensen die in staat zijn op een authentieke wijze in het leven te staan en in hun kracht te schitteren. Het begeleiden en opvoeden van kinderen is door God aan ouders gedelegeerd, een mooie taak. Dit verstandelijk weten is wat anders dan de praktijk.  Loslaten van een kind begint bij de geboorte, hoe dit lukt is mede afhankelijk van een ieders eigen ontwikkelde hechtingsstijl.  

Volwassen zijn betekent dat je in staat bent keuzes te maken en de verantwoordelijkheid te nemen voor de consequenties hiervan, maar ook in staat bent tot verbinding met mensen en relaties aan te gaan. Ieder kind is anders en je kunt als ouder niet meer geven dan je zelf hebt. Ook is het sterk afhankelijk van de cultuur of subcultuur waar je als ouders onderdeel van uitmaakt. Er zijn culturen waar ouders dingen met kinderen doen die hier strafbaar zouden zijn. Gelukkig zit het ouderschap instinctief diep verweven in de mens, toch maakt iedereen fouten in het begeleidingsproces van zijn kinderen. De vraag is of het voor kinderen leuk zou zijn als ouders volmaakt zouden zijn. 

De eerste vijf jaar van het leven zijn essentieel voor de rest van je leven. Daar wordt een belangrijk fundament ofwel blauwdruk voor de toekomst gelegd. De ontwikkeling van een kind, maar ook van de hersenen, zijn verhoudingsgewijs de eerste jaren na de geboorte het grootst. Daar worden de eerste stappen gezet naar een bevestiging van de eigen “ik” in wording en de hechtingsstijl. Hoe doe ik dat, een eigen “ik” zijn in relatie met de ander? Na de eerste vijf jaar kan er nog veel bevestigd en ontkracht worden van wat er in het fundament is gelegd. In de hersenontwikkeling kunnen later  wel wijzigingen worden aangebracht maar dat kost meer moeite.

Een kind komt de eerste jaren van zijn leven uit de symbiose met zijn
moeder. Hoe dit proces verloopt, is afhankelijk van de aanleg van het kind
maar ook van de boodschap die de moeder geeft. Mag het eigen kind wel
een eigen “Ik” worden? Een partner heeft hierin een belangrijke rol om
het kind te stimuleren en te bevestigen.

In dit proces naar volwassenheid kan veel ruis optreden. Als een kind niet in zijn eigen kracht komt, dan komt de valkuil die bij dat authentieke kind hoort naar boven. Zo ernstig dat een kind met zichzelf en of in de relatie met zijn ouders vast dreigt te lopen.  Hierbij ontstaat gelijk de discussie wat normaal of afwijkend is. Maatschappelijk is een soort gemiddelde bedacht over wat normaal is en daardoor wordt zichtbaar wat afwijkend zou zijn. Dit is discutabel als je van het unieke en authentieke van ieder kind uit wilt gaan. 

Als het ouders niet meer lukt om de ruis te verminderen of weg te nemen kan professionele hulp nodig zijn. Hierbij is het belangrijk om als, het enigszins mogelijk is, vooral aan herstel in de relatie tussen ouders en kind te werken. Als kindertherapeut start je met het duidelijk krijgen van de ruis, door met ouders te spreken, maar vooral via indirecte communicatie met het kind in gesprek te gaan. Hierbij maakt de kindertherapeut gebruik van spel, lichaamswerk of andere creatieve werkvormen. Belangrijk is dat ouders door inzicht en tools in staat zijn om de ruis bij het kind te verminderen. Dit proces vraagt van ouders een kwetsbare en open houding. 

Reactief handelen bij problemen is soms nodig, maar nog beter is het wanneer ouders voordat ze kinderen krijgen zich verdiepen in hoe ze invulling willen geven aan hun ouderschap en welke tools ze hiervoor nodig hebben. Een leuke en interessante workshop kan hier een goede aanvulling op zijn.

Ruud van Hal


Tieners en adolescenten

Regelmatig worden er tieners en adolescenten aangemeld voor therapie. In de loop van de tijd ben ik deze doelgroep sterk gaan waarderen en is me opgevallen dat er miskenning en onderwaardering is. Begrijpelijk raken er veel van hen in de knel.

Wanneer zijn het pubers, tieners of adolescenten? In de literatuur worden verschillende indelingen gehanteerd.

  • Puber: de periode dat een jongen of meisje geslachtsrijp wordt, leeftijd van 10 tot 14 jaar
  • Tiener: 12 tot 16 jaar
  • Adolescent: 16 tot 23/25jaar
    Deze periode is altijd al complex geweest. Rond 1900 beschreef psycholoog Stanley Hall de puberteit en adolescentie als een tijd van storm en stress waarbij conflicten met ouders, stemmingswisselingen en risicogedrag al kenmerkend werden genoemd.

Of het nu gaat om kinderen, tieners of adolescenten, essentieel is wat heb je als ouders en opvoeders voor ogen bij de opvoeding. Een kopie van hoe jij als volwassen vind dat het moet of wil je hen ondersteunen om volwassen mensen te worden met een eigenheid en in staat tot het nemen van besluiten en hier de verantwoording voor willen dragen. Mogen het autonome mensen worden die in staat zijn tot verbinding?

In de hersenen zijn twee perioden van sterke groei en ontwikkeling waar te nemen, in de eerste 3 jaar na de geboorte en in de leeftijd van 12 tot 18 jaar met een uitloop naar 25 jaar.
De puberteit start meestal vanaf de 10 jaar en kan per kind sterk verschillen. De start hiervan vindt plaats onder invloed van hormonen. Meisjes zijn vaak een jaar eerder dan jongens. Het begint met een aantal lichamelijk veranderingen welke in gang worden gezet door afscheiding van d e geslachtshormonen door de endocriene klieren, aangestuurd door de hypothalamus in d hersenen. De start van de puberteit begint gemiddeld bij zwaardere kinderen eerder, ook in bepaalde culturen zijn er verschillen waarneembaar. Ook blijkt dat hoog intelligente kinderen vaak pas later in de puberteit komen.

De toename van de verschillende hormonen hebben een grote invloed op hoe we ons voelen maar ook een grote invloed op de ontwikkeling van onze hersenen. Dit is kenmerkend voor de puberteit maar vind ook plaat in de adolescentie. Er vindt dan een grote verandering plaats in de structuur van de hersengebieden en communicatie tussen de hersengebieden. Dit proces verloopt niet evenwichtig waardoor bepaalde hersengebieden zich sneller ontwikkelen dan anderen. Veel tieners raken hierdoor in disbalans. Het limbische deel groeit relatief sneller dan de prefrontale cortex. Dit zou de oorzaak zijn van de toename van impulsief en risicovol gedrag in die periode. Het voorste deel van de hersenen, de prefrontale cortex in de hersenen blijft het langst door ontwikkelingen. Wel tot je 25 jaar en dit heeft met name gevolgen voor het vermogen tot planning en organisatie.

De tienertijd en adolescentie is een periode van werk in uitvoering. De overstap naar volwassenheid en voor eenieder een uniek proces. In die periode ontstaan er andere behoeften en komen er ook andere problemen bij. Ander slaappatroon en vrienden worden belangrijker dan ouders. Sommige psychiatrische ziektebeeld komen dan tevoorschijn. Het is ook vooral een periode van kracht, nieuwe creativiteit en doorzettingsvermogen.

Als ouders en onderwijssystemen zijn we vaak niet goed in staat om aan te sluiten bij de behoeften van de jongeren in deze levensfasen. Ik wil dan ook een pleidooi houden voor een andere benadering van tieners en adolescenten. In mijn praktijk en samenwerking met ouders en onderwijsinstellingen is vaak nog wel de kennis maar niet de vaardigheid om hiermee om te gaan. Verschillende onderzoeken geven goede handvatten hiervoor. Voor belangstellende het advies Het puberende brein te lezen van Eveline Crone.

Ruud van Hal
www.setarforyouth.nl


N.A.H in de psychosociale praktijk

Niet aangeboren hersenletsel, kom je in de praktijk als psychosociaal therapeut tegen. Je kunt met cliënten te maken hebben die zelf een NAH hebben of die hiermee te maken hebben in hun directie omgeving.

De meest gebruikte definitie van NAH; hersenletsel ten gevolge van welke oorzaak dan ook, anders dan rond of vanwege de geboorte ontstaan welke leidt tot een onomkeerbare breuk in de levenslijn. Onder te verdelen in:

  • Traumatisch letsel
  • CVA (beroerte, herseninfarct, hersenbloeding)
  • Tumor
  • Zuurstoftekort
  • Ontstekingen

Vaak is NAH en de gevolgen erg duidelijk. Toch blijkt in de praktijk dat er vaak klachten zijn die te maken hebben met NAH maar niet aantoonbaar zijn in de hersenen. Bijvoorbeeld vermoeidheid, overprikkeling, onzekerheid of gedragsverandering. Sommige mensen worden makkelijker in omgang en de ander juist niet.

Gevolgen van NAH
Zijn afhankelijk van de locatie in de hersenen, tijd dat NAH is ontstaan en de mate van herstel door revalidatie, de omvang van de schade, lokaal of diffuus, stationair of progressief. Zichtbaar en onzichtbare gevolgen zijn:

  • Lichamelijke
  • Problemen met denken (cognitie)
  • Problemen met betrekking tot gedrag en emotie
  • Psychopathologie

Ook kunnen de sociale gevolgen van een niet aangeboren hersenletsel jaren later pas zichtbaar naar boven komen. Klassiek beeld, als jonge man een ernstig ongeluk gehad, in coma gelegen en na revalidatie zichtbaar hersteld en 20 jaar later ernstige problemen in het functioneren in relaties en/of de maatschappij. Het is van belang bij de intake, anamnese altijd rekening te houden met een evt. NAH. Het komt regelmatig voor dat de diagnose NAH niet is gesteld maar er toch onduidelijke klachten zijn die ermee te maken hebben. De verwachting is dat er veel meer mensen klachten hebben die aan NAH gerelateerd zijn. Als iemand ooit in zijn leven een flinke val of klap op zijn hoofd heeft gehad is er altijd een risico dat er schade in de hersenen is ontstaan.

In de praktijk komt het bij relatietherapie regelmatig voor dat relaties onhoudbaar zijn geworden door de gevolgen van een niet aangeboren hersenletsel. Een van beiden heeft dan bijvoorbeeld een TIA (hier is sprake van als een herseninfarct weer snel hersteld is) gehad maar uit onderzoek is geen aanwijsbare schade gevonden. Toch is er vaak sprake van verandering in gedrag.

Als psychosociaal therapeut heb je een belangrijke functie
Als de psychosociaal therapeut merkt dat er mogelijk sprake kan zijn van NAH zonder dat diagnostiek heeft plaats gevonden is het verstandig de client door te verwijzen. Indien dit al heeft plaats gevonden kan de psychosociaal therapeut de client of zijn omgeving helpen om te leren gaan met de gevolgen.

  • Bij een NAH is het nodig om te rouwen over wat was en er niet meer is. De gangbare begeleiding is hierin bij mensen met NAH niet anders.
  • Als er sprake is van ongepast of ontremd gedrag is NAH geen excuus. Het vraagt van de persoon zelf om mee te werken aan een situatie waarbij de omgeving hier zo min mogelijk hinder van heeft
  • Bij cognitieve klachten zijn de volgende adviezen van belang: Voldoende rust en tijd, zorg dat je ontspannen bent, orde en regenmaat, bouw moeilijkheidsgraad op, vertel mensen in je omgeving over je situatie zodat ze hun verwachtingen bijstellen, werk met een planning en agenda
  • Iemand met een NAH is niet alleen een persoon met een NAH maar gewoon een mens die ook om al die andere redenen bij een psychosociaal therapeut kan komen. Voorkom kokerkijken, er is meer dan NAH.

Nieuwsgierig geworden, ga op internet je verdiepen in de gevolgen van NAH.

Ruud van Hal
Psychosociaal therapeut en bestuurslid Stichting Rosegaarden


Systemisch denken als psychosociaal therapeut

Afgelopen half jaar heb ik een opleiding Systemisch werken gevolgd. Ik heb het voor mijn beroep als psychosociaal therapeut als een grote meerwaarde ervaren.

Veel mensen denken gelijk aan familieopstellingen als het gaat over systemisch werken. Dat klopt, dat is er een belangrijk onderdeel van. Toch gaat systemisch werken veel verder. Ook binnen organisaties en andere groepen mensen speelt systemisch werken een grote rol. Tijdens een familieopstelling wordt het systeem geplaatst in een ruimte. Volgens Bert Hellinger (een van de grondleggers van het systemisch werken) is een familie een systeem. Ouders, grootouders, broers, zussen, kinderen, zelfs als ouders gescheiden zijn of wanneer er een abortus wordt gepleegd behoort deze persoon tot het bepaald systeem. Dit systeem heeft een collectief geweten, wat voornamelijk in het teken staat van overleven binnen de familie. Wanneer iemand in het systeem wordt buitengesloten, dan zal een ander familielid dit gat proberen op te vullen. Het systeem begint uit balans te raken. Veel problemen in het latere leven vinden hier hun oorsprong.

Enkel belangrijke uitgangspunten van systemisch denken wil ik hier naar voren brengen:

  • Fenomenologisch waarnemen en systemisch werk. Je gaat bij systemisch werken uit fenomenologisch waarnemen, uitgaan van de verschijnselen die zich voordoen. Als waarnemers vraagt het training om onbevangen te kunnen kijken in wat zich voordoet. Je kunt onbevangen kijken naar wat er is. Zonder oordeel interpreteren, puur als informatie. Dit vraagt een zekere afstand.
  • De wetmatigheid dat het je goed zal gaan als je je ouders de juiste plek geeft, respectvol en laten bij hen wat van hen is. In bepaalde situatie is het ook nodig om als volwassen zaken terug te geven als je die voor als kind voor je ouders gedragen hebt. Je zou dit ook kunnen doortrekken naar je plek binnen een organisatie, heb respect voor je leidinggevende.
  • Je plek in het gezin van herkomst, belangrijk is dat je de juiste plek in de kinderrij in neemt. Het oudste kind heeft een duidelijk andere rol dan het jongste kind of een plek er tussenin. Rolverwarring vraagt herstel, via een opstelling kan dit rechtgezet worden.
    Dynamieken, zijn veelal onbewuste patronen, krachten zoals gedragingen, gevoelens en projecties die in en tussen mensen en binnen en tussen systemen spelen; ze geven stuwkracht aan de relatie. In familielijnen, verschillende generaties zie je dynamieken terugkomen. Voorbeelden van dynamieken kunnen zijn: Schaamte, mensen uitsluiten, ruzie maken, geheimen, ziekte, schulden en bijvoorbeeld armoede. Daarom kan het zinvol zijn een genogram te maken van je familielijn. Ook binnen organisaties kan sprake zijn van dynamieken.

Voor mij is tijdens deze opleiding weer bevestigd dat je volwassen sociale positie in relatie tot de ander voor een groot gedeelte gelinkt is met je positie in het gezin van herkomst. Loop je vast als volwassenen dan vraagt het mogelijk herstel van die positie in je kinderjaren. Systemisch werken kan dan een stuk gereedschap zijn wat je als Psychsociaal therapeut in kunt zetten. Is je belangstelling gewekt en weet je er nog onvoldoende van? Lees er een goed boek over, tip; Vonken van verlangen.

Ruud van Hal
Psychosociaal therapeut en bestuurslid Stichting Rosegarden